View Colofon
Original text "Hidro (fragmento)" written in ES by Matías Candeira,
Other translations
Published in edition #1 2017-2019

Hydro

Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Matías Candeira

‘Niets beter dan thuiskomen,’ zegt Saúl, en hij doet zijn ringen een voor  een af. 
Ivanka loopt naar het midden van de hut en blijft daar staan. Ze  wacht nog even. Ze kijkt toe hoe hij in de weer is aan de rand van het bed,  haastig, zodat het rode licht zijn zwaarlijvigheid verzacht en zijn ademha ling versmelt met het geruis van de oceaan. Hij heeft de kamer zelfs zorg vuldig bezaaid met kleine eilandjes van zichzelf. Hij heeft snel zijn  schoenen uitgetrokken. Zijn colbert valt slap over de staande kapstok. Zijn  manchetknopen en zijn vlinderdas legt hij op het nachtkastje. Wat voorko mend. Die details omringen haar. 
‘Eindelijk van die lui verlost,’ zegt hij. ‘Maak het uzelf gemakkelijk.’ Als ze zachtjes naar de deur van de badkamer loopt en de gesp van  haar ene sandaal losmaakt, laat ze zich door hem bekijken. Hij brandt en  vreet zich vanbinnen op. Ze weet wat hij denkt. Hij wil dat ze opschiet.  Waarschijnlijk had hij meer vastberadenheid verwacht, dat ze haar jurk in  het donker anders uit zou trekken nu ze met elkaar gepraat hebben en in de  zaal hebben gedanst tot ze niet meer konden. Maar diep in zijn vettige ogen  knispert nog een ander, lang van tevoren uitgedacht beeld: dat wat hij wil  dat ze doet zonder zich te verzetten, haar rode mond die ze hem geopend  aanbiedt. In zo’n blik, achter de gesloten deur van een scheepshut, schuilt  altijd de kille kortaangebondenheid van een uitnodiging of een bevel. Die  twee zijn niet van elkaar te onderscheiden. Ze trekt haar andere sandaal uit.  Ze zet ze samen naast de deur. 
Ze heeft nu een ander pad gekozen. 
Dat van de traagheid. 
Mensen doen niet anders. 
Haar schaduw draalt in dat waterige rode licht van de lamp. Het  heeft bijna de kleur van vers vlees, van handelswaar. Maar wie verhandelt  hier eigenlijk wat? Ze doet haar haar los en dat gebaar raakt hem tot in het  diepst van zijn vezels. Ze kan haar keuze bijstellen: voor even net zo zijn als  al die andere vrouwen; dat doffe verdriet aanvaarden waaruit alle verlangen  is geweken, de bijtende schaamte na een al te snelle overgave aan de man die  hen naar het centrum van zijn macht heeft geleid. Haar benen voor hem  spreiden, twee, drie stoten, en dan zijn naam in zijn oor fluisteren, een  diepe zucht, alsof ze hem liefheeft, aanbidt. Ja, dat zou ze kunnen doen. Ze  zou gemakkelijk haar zakdoek of haar oorbellen bij de overblijfselen van haar voorgangsters kunnen voegen. Ze zou heel gemakkelijk een stervelinge  kunnen zijn, met haar eigen lichaam. Hij heeft niet eens de moeite geno men om de sporen van de andere vrouwen uit te wissen. Op het teakhou ten nachtkastje ziet ze een haarspeld liggen. 

Ze loopt naar het bureau, gaat er bijna wijdbeens op zitten en begint  haar kuiten te masseren. Dit is een beter spel in het holst van de nacht. Het  eindigt pas als zij daarvoor kiest. En ze kiest haar werkwoorden zorgvuldig. 
‘Mijn enkels staan in brand, Saúl. Misschien vraag ik u zo dadelijk  om mijn voeten eraf te hakken.’ 
‘U maakt overal een grapje van, hè,’ zegt hij. Hij slikt, voelt zich  steeds ongemakkelijker. ‘Waar komt u vandaan?’ 
Ze laat haar handen rusten op een wirwar van papieren met duizen den cijfers erop. 
‘En als ik nou eens nergens vandaan kom?’ 
‘Dan kunt u ook nooit geboren zijn, nietwaar?’ 
‘Ik herinner me die dag niet meer, Saúl. Te lang geleden. Maar u vast  nog wel.’ 
Ze draait haar gezicht en voelt haar haren kraken tot in de punten.  Het liefst zou ze ze af willen zetten, hem laten zien wat voor hoofd ze in  werkelijkheid heeft. Haar ogen zouden als verf op de grond druipen. Haar  huid zou smelten. Daarna zou ze op hem af rennen. Ze zou haar handen in  zijn hals leggen en hem in de zwarte bloem van haar echte buik laten kijken. Maar nee, zover is het nog niet. 
Met zijn rug naar haar toe loopt hij naar de andere kant van het bed  en pakt het bord met blauwe druiven. […] Als hij terugkomt werpt hij een  snelle blik op een van haar linkerteennagels: stomp en ivoorachtig, dikker  dan de rest. Aan zo’n nagel zou hij zich kunnen bezeren als hun lichamen  zich onder de lakens verstrengelen. Ze glimlacht even. Ze heeft hem precies  zo gelakt als haar andere nagels. Dat is wat veel van zijn vrouwen onder ver leiden verstaan. Elk spoor van eigenheid wegwerken onder dikke lagen ma ke-up en parfum, en daaroverheen een verhaal ophangen waarin heel in de  verte de wind klinkt, waargebeurd of verzonnen, dat doet er weinig toe,  maar met de kromme doornen van het mogelijke. Saúl knijpt zijn ogen nog  wat verder dicht, iets verder. Hij probeert die vreemde teennagel te onder scheiden van de andere. Ze zijn fijn als gouden naalden. 
Ze strekt haar been uit naar zijn broek. 
‘Iets wat u interesseert?’ 
Hij wendt zijn gezicht af. Hij is gaan zitten op het enorme bed en  heeft rechts van hem een flinke ruimte opengelaten. Als hij de eerste knoop  van zijn overhemd losmaakt, valt het rode licht op een ingevallen borst met  eilandjes stug haar, littekens en sporen van medische ingrepen. Hij maakt  zelfs een belachelijke beweging: die bijna wanhopige erkenning van wat hij  niet hardop zegt. Twee klopjes op het matras. 
‘Gaat u me soms een verhaaltje voor het slapengaan voorlezen?’ zegt  Ivanka. 
‘Dat was ik niet van plan.’ 

‘Hou daar dan mee op.’ ‘Wat bedoelt u?’ 

‘Uw linkerhand, Saúl.’ Ze wrijft met haar wijsvinger over haar ge stifte lippen. ‘Ik vraag me af hoeveel verhaaltjes over vergeten koninkrijken  u aan uw dochters heeft voorgelezen na zo’n klopje op het matras.’ 
‘Ik wilde u alleen uitnodigen om hier te komen zitten. Volgens mij is  dat veel comfortabeler.’ 
‘Maar ik bepaal zelf wel waar ik ga zitten. Dat had u onderhand toch  moeten weten. Geef me eens een druif.’ 
Hij gooit er een naar haar toe. Het spel is nog niet afgelopen. ‘Mijn enkels staan in brand, Saúl. Ze doen verschrikkelijk pijn.  Soms zou ik willen dat ik de poten van een insect had.’ 
In kleine cirkeltjes wrijft ze over haar tenen en haar nagels, dan over  haar kuiten en haar dijen. Delicaat als een klein sleuteltje. ‘Zal ik u helpen?’ 
Ze kijkt niet eens op. 
‘Zie ik eruit alsof ik hulp nodig heb? Welnee, stop liever een druif in  uw mond.’ 
‘Waarom vraagt u dat?’ 
‘Als we iemand zien eten, komen we meer over hem te weten. Of hij  ervan geniet, of dat het louter een routinehandeling is om het lichaam in  stand te houden, of iemand nerveus is.’ 
In dit licht ziet hij er te opgeblazen uit, alsof zijn paffige handen  zonder ringen ineens nergens meer goed voor zijn. Hij zucht.  Onmiskenbaar de ademhaling van een zieke. Zijn overhemd is klef van het  zweet na al het dansen. Het begint hem te hinderen. 
‘Ik ben niet nerveus.’ 
‘Dat zou u wel moeten zijn. Het zou betekenen dat u dit alles niet  hebt gepland. Dat ik vanavond een soort openbaring ben, een openbaring  aan u. Dat u me nooit zult vergeten. Maar u heeft haast. Dat valt me van u  tegen.’ 
‘Dat is mogelijk.’ 
‘Dan is het ook mogelijk dat ik er onmiddellijk vandoor ga. Of uw  uitnodiging afsla.’ 
Hij laat zijn handen werkeloos in zijn schoot liggen. Hij draait zijn  hoofd opzij en laat zich achterover in het bed zakken. Hij weet hoe hij moet  zeggen wat hij te zeggen heeft. 
‘Maar daar vinden we wel iets op, Ivanka. Er is altijd een manier.’ Ze richt haar kin iets verder op. Ze steekt de punt van haar tong  tussen haar lippen door naar buiten en weer terug, en opnieuw naar  buiten. Ze leidt hem haar verbeelding binnen, tot aan de gele bocht van een doolhof. Buiten ruist de zee, in zijn eigen zwarte pak. Ze horen het vol maakte gegrom van een reus. 
‘Het vleit me dat u denkt dat u me een huid van geld kan geven,’  zegt ze. ‘Het wil zeggen dat we ergens beginnen te komen.’ ‘Heb ik u beledigd?’ 
‘Nee. Dat zou te veel gevraagd zijn, Saúl. Maar het bevestigt in elk  geval wat ik al dacht tijdens het eten. Van stijlvol, goedgekleed en attent  bent u veranderd in uw ware zelf.’ 
Hij perst zijn lippen op elkaar. 
‘En wie ben ik dan wel, volgens u?’ 
‘Iemand die maar al te graag de knip op de deur doet. Dat vindt u  prettig. Weet u? Sommige mannen hebben achter hun ogen een touw om  iemand mee te wurgen. Andere een fluwelen handschoen, of een tragedie  uit hun jeugd; of zoals u, een stapel bankbiljetten met een lint eromheen.  Alles hangt af van de tijd die we nodig hebben om te doen wat er van ons  verwacht wordt. Een compromis is uitgesloten. Zelfs doen alsof is onmo gelijk. 
Saúl komt met een ruk overeind en brengt zijn gezicht vlak bij het  hare. 
‘Ik wil u,’ fluistert hij. 
Ivanka neemt de geur rond zijn oor in zich op. 
‘Daarom zijn we toch hier?’ 
‘Goed,’ zegt hij. ‘En waarom zijn we hier dan precies…’ – hij laat zijn  toon overdreven stijgen – ‘mejuffrouw Ivanka?’ 
‘Zegt u het maar. Zo moeilijk is het niet.’ 
Opnieuw wendt hij bruusk zijn gezicht af. Even tekenen zijn juk beenderen zich scherp af in het licht. 
‘Zegt u het maar hardop, Saúl. Kijk uw courtisane nu eens recht in  de ogen.’ 
‘Hou dan ook, u zou…’ 
‘Nee, u bent hier degene die woord voor woord mijn bevelen op volgt.’ 
Onhandig wriemelt hij aan het ijzerdraadje. De kurk geeft niet  meteen mee. Voorzichtig duwt hij hem omhoog tot hij plopt. Ivanka strekt  haar hand uit naar het midden van de lichtkring, alsof hij tevoorschijn  komt uit een brij van bloed en slijk. Op haar handpalm smelt een klein cir keltje huid weg, heel langzaam, en groeit dan weer dicht. Een hand die aan groeit in een droom. Hij knijpt opnieuw zijn ogen tot spleetjes. Wat is dat  toch met die nagels? Hij kan het niet goed zien. 
‘Mijn aanbod staat nog,’ zegt hij; nu beweegt hij gewichtig met zijn  armen. ‘Uw twee kinderen zijn een hele verantwoordelijkheid. We hebben  allemaal weleens geld nodig om verder te kunnen met ons leven, om een mooi, onbezorgd leven te kunnen leiden. Ik bied u gewoon mijn hulp aan.  Niets meer dan dat.’ 
‘Hulp? Dus zo noemt u dat?’ Ze glimlacht als sneeuw in de vroege  morgen. ‘Een man die vrouwen helpt. U maakt er een mooi verhaal van,  Saúl.’ 
‘Hoe dan ook, het is een meer dan redelijk aanbod. U bent alleen.  Denkt u er eens over na.’ 
‘Uw manier van onderhandelen bevalt me. U bent duidelijk in uw  element.’ 
‘Misschien bent u te negatief. Waarom ziet u het als iets om u voor  te schamen? We kunnen allebei iets hebben aan deze mooie avond.’ ‘Zoals ik al zei, ik kan alles zijn wat ik maar wil. Een vrouw.  Handelswaar. Een insect. Ik kan kiezen. Maar u… dat weet ik zo net nog  niet.’ 
‘Wat wilt u dan van me, als het niet om geld gaat?’ 
Ze buigt zich met haar hele lichaam naar hem toe, tot ze vlak bij  hem is. Ze raakt zijn wang aan. Sául trilt nu over zijn hele lichaam. Het  lange wachten speelt hem parten. 
‘Zegt u eens. Wat is het ergste dat u in deze hut heeft gedaan?’ Hij zit onbeweeglijk als een dier dat in de koplampen kijkt. Ivanka  gaat weer rechtop zitten. 
‘Houdt u van messen?’ zegt ze. ‘Laat me raden.’ 
Opeens glimlacht hij. 
‘Zakmessen. Maar die heb ik hier niet.’ 
Ivanka laat haar benen bungelen vanaf het bureau. Het gekraak  weerklinkt door de hele kamer. 
‘Ook niet in een van deze laden?’ 
‘U weet al van tevoren wat ik ga zeggen.’ 
‘En heeft u het weleens gebruikt?’ 
Hij buigt zijn hoofd. Aan zijn ademhaling is te horen dat hij na die  vraag verstrikt raakt in een geheim. Hij ontworstelt zich eraan maar geeft  niets prijs. 
‘Nou ja… Zij vroeg erom. Het was maar een spel.’ 
‘We verdoen onze tijd. U blijft maar draaien, om te verhullen wie u  werkelijk bent. Nog even en mijn interesse in u is bedorven.’ ‘Ik heb u een aanbod gedaan. Ik dacht toch dat ik heel duidelijk was  geweest.’ 
‘En ik heb u al eerder iets heel concreets gevraagd. Iets wat u heel,  heel gemakkelijk kunt inwilligen. Maar ik stel me zo voor dat dit wel vaker  gebeurt. U doet met flair de deur op de knip en hierbinnen begint uw ge zelschap te praten. Al beeldt u zich ondertussen in, Saúl, dat ze op hun  knieën zitten, zoals ze ter wereld kwamen, maar dit keer zonder tanden, tong of enige vorm van bewustzijn. Weet u nog wat ik u eerder heb ge vraagd? Of heeft u niet opgelet?’ 
Hij aarzelt als haar ademhaling begint te knerpen, een ijzige punt  wordt, een groot oog dat hem beroert, alsof zijn woorden ineens in zijn  keel zijn vastgenageld. Hij neemt een slok van de lauwe champagne en trekt  een bitter gezicht. Daarna plukt hij een druif van de tros en brengt hem  naar zijn mond. Hij doet alsof hij langzaam kauwt. 
‘Nee, Saúl. Druiven eet je zo.’ 
Ze zet een druif tussen haar voortanden, bijt hem doormidden en  zuigt het vruchtvlees uit het vel. 
‘Alsof de hele wereld in brand staat en dit de laatste keer is dat twee  mensen samen uit eten gaan, terwijl thuis het fruit al op is.’ Als ze klaar is likt ze met haar tong langs haar lippen. Wanneer hij  ongeduldig is, of echt kwaad, kan ze die neiging om hem te vernederen niet  onderdrukken. 
‘Misschien ben ik daarom vandaag meegekomen,’ zegt Ivanka. ‘Ik  vind het mooi hoe uw levens hierbeneden er aan de buitenkant uitzien.  Niet uw waarheid, die bestaat niet, maar een mogelijke waarheid die u  elkaar steeds maar weer opnieuw vertelt, tot u niet meer weet waar het ver haal ophoudt en uw eigen leven begint.’ 
Bij die woorden, die ze nog nooit eerder heeft uitgesproken, hoort  ze een brommend geluid diep in haar binnenste. Wat klinken ze goed. Ze  stelt zich de schitterende levens voor die ze voor anderen zou kunnen ver zinnen. Binnen een week, als ze in de haven aankomen, zal ze haar oude lijf  
een wasbeurt geven, zich ontdoen van het haar en de moedervlek op haar  lip, de vlam van haar stem vervangen door een andere, die van een klein  meisje. 
‘Ik ben op plekken geweest waar nooit fruit zal groeien,’ zegt ze. ‘Ik  heb verschillende mannen als u op sterven na dood achtergelaten. Of mis schien hadden ze iets meer stijl.’ 
‘Maar uw man…’ 
‘U leert me al kennen. Een vrouw kan oneindig veel variaties verzin nen op de persoon voor wie ze zich uitgeeft. Misschien heb ik mijn man al  tweehonderd jaar geleden doodgebeten. Of misschien heb ik naast het  bloed van een reusachtig reptiel geslapen en hebben we van elkaar gehou den. Of misschien hebben mijn kinderen niet het gezicht dat u denkt dat  ze hebben, hun ware gezicht.’ Ivanka sluit haar ogen. Ze hoort hem  ademen, opensplijten, ze hoort zijn woede oprijzen in één ogenblik. ‘Neem  nog een druif,’ zegt ze. ‘Ik wil u de hele tros zien opeten voor u aan mij  begint. We gaan pas verder als u klaar bent.’ 
Saúl verstijft. Hij kijkt opnieuw naar die zonderlinge linkerteen nagel. 

‘Ik begin hier genoeg van te krijgen, mejuffrouw Ivanka.’ 
Ze komt van het bureau af. Ze pakt haar sandalen en loopt naar de  deur. Uit het bed achter haar stijgt een gorgelend gekraak op, net als uit  hem. Ze voelt hoe hij opstaat. Het geluid waarmee hij naar haar toe komt is  dat van spijkers die uit een stuk hout worden getrokken. Zijn vuist is een  warme bijlslag op haar rechterwang. Een tweede in haar oog. Ze valt op  haar knieën op de grond. Warm bloed loopt haar mond in, warm zijn ook  de trappen tussen haar ribben. Diep binnen in het lichaam van deze vrouw  kraakt het. Zo ziet het geheime leven van stervelingen eruit. Mannen en  vrouwen alleen die toekijken hoe de ander sterft. Brekende ribben. 
Ze hoort hem ademen als een van uitputting gloeiend paard en hij  murmelt een belediging die de oppervlakte van het rode licht schampt,  maar niet hardop klinkt. Hij wil niet schreeuwen en de aandacht van  iemand daarbuiten trekken. Of misschien herkent hij zichzelf niet. Ze  kruipt langzaam een stukje verder in de richting van de badkamerdeur. Ze  verzet zich niet als hij haar met een ruk, met een ander soort brullend  geluid, aan haar haren naar het bed sleept. Nog een stomp vlak boven haar  maag. Nog een in haar kruis. Met trillende handen scheurt hij de onder kant van haar jurk kapot, trekt hem over haar heupen naar boven en propt  hem diep in haar mond. Warm draait hij haar handen op haar rug tot ze het  uitgilt. De rok drukt haar keel dicht. Met zijn volle gewicht werpt hij zich  boven op haar. Zijn hand duwt haar hoofd in het matras en hij zet kracht,  duwt steeds harder, tot hij er zeker van is dat ze bijna stikt; en ze hoort hem  opnieuw, warm en honds, zijn andere hand, de knoop van zijn broek die  openspringt, het elastiek van zijn ondergoed dat verschuift. Plotseling pro beert hij te verbergen hoe zijn benen trillen. Ze zijn koud. Nog een kniestoot. 
‘Mond dicht,’ zegt hij.

More by Heleen Oomen

Communie

‘Zou het hier zijn?’  ‘Dit is het adres op het briefje, komt het je niet bekend voor?’ ‘In mijn herinnering is dit een stuk braakland. We hadden meer  gehad aan de naam van het restaurant.’  ‘Ze heeft het je gegeven toen ze belde.’  ‘Het moet hier zijn. Er staan een hoop auto’s,’ antwoordde ik, ter wijl ik al richting aangaf om te parkeren.  ‘Bel je zus even, dan weten we het zeker.’  ‘Ik heb het niet opgeschreven omdat ik dacht dat we niet zouden  gaan. Ik ken dat kind niet eens.’  ‘Het is attent van ze dat ze ons hebben uitgenodigd. Misschien is  het wel een goed moment voor jou om… Je weet ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Roberto Osa

Verboden de apen te voederen

Luz stond al meer dan een halfuur in de zon te wachten. Af en toe liep ze  over de stoep heen en weer om de stijfheid in haar benen te verdrijven en  minder last te hebben van haar zware buik. Haar ogen gleden razendsnel  over het drukke autoverkeer in de laan, vooral wanneer er ergens een op  trekkende motor klonk. Maar nee, niets.  Ze besloot beschutting tegen de hitte te zoeken onder het afdak van  het gebouw. Op dat moment kwam er een kleine rode auto achter een bus  vandaan gezigzagd. Luz zag hoe Jaime vol op de rem trapte en een paar keer  toeterde, alsof hij al een hele tijd op haar sto...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Roberto Osa

Verwrongen

Die avond riep hij me, en het zag er niet naar uit dat hij zou stoppen. ‘Mama. Mama!’  Dat bracht hij uit tegen mij en tegen zijn kamertje, terwijl hij zich  opkrulde in een wassen duisternis vol speelgoed (zijn enige bezit). Hij riep  me opnieuw, dit keer veel harder, en ik wendde mijn blik af en streek langs  de onderkant van mijn whiskyglas, tot de condens op het topje van mijn  vinger gleed.  Het woord zat sinds zijn babytijd stevig in zijn brein genesteld. Roerloos staarde ik naar de onveranderlijke, iriserende vorm van de  druppel. Het was geen misdrijf om hem te leren wat kou was, om di...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Matías Candeira

Monsterboom Boomjongen

We weten nog steeds niet hoe Oscar het zaadje heeft kunnen inslikken en  we zijn er nooit achtergekomen waar hij het vandaan had. Het is ons al he lemaal een raadsel hoe de boom binnen in hem kon gaan groeien, hoe het zaadje ongehinderd kon ontkiemen, zei de dokter, bij de ingang van zijn  maag, waar het zich alleen kon voeden met de spijsverteringssappen van  het kind. Want op zevenjarige leeftijd, dat zei de dokter ook, functioneert  de maag al uitstekend. Het lichaam van onze Oscar – het was toen nog  onze Oscar – liet de boom gedijen, met wortels die zijn darmen in groei den, een stam die ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

De levenden

Mama is eenzaam en langzaam gestorven.  De doodsoorzaak, zeggen de artsen, was vergiftiging. Vergiftiging,  mama.  Wat een idiote gedachte.  Ik ben niet met de dokters in discussie gegaan, ik heb alleen de pa pieren getekend en de begrafenis geregeld. Als mama iets goed kende, was  het wel haar huisapotheek. Ze doseerde altijd heel zorgvuldig. Ze vergiste  zich nooit. Aan het kind heb ik zolang de officiële versie verteld, dat ze zich zelf per ongeluk had vergiftigd. Op een dag zal ik wel tegen haar zeggen dat haar oma zelfmoord heeft gepleegd.  Het meisje is overal bij geweest, we hebben het ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Parenthese

Ik vermoed dat we zelfs het betrouwbaarste wat we hebben – onze zintuigen, oftewel, de dingen die we zien, horen, met ons lichaam waarnemen – onder bepaalde omstandigheden niet kunnen vertrouwen, zoals bij de dood van een ouder, de geboorte van een kind of het moment vlak voordat we overreden worden. Nu we papa eenmaal begraven hebben en ik eindelijk alleen ben met mijn gedachten, stel ik vast dat de tijd gisteren in het mortuarium, net als dertig jaar geleden, stil heeft gestaan. Goed, een paar seconden. Maar het was al eerder gebeurd. En ik wist meteen dat ik hetzelfde verschijnsel als kind ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Laat het opklaren

Voor ik naar haar cel loop – ik zal langzaam lopen zodat ze het wringende geluid van mijn laarzen hoort naderen, ik wil dat ze weet dat ik eraan kom – draai ik het peertje in de plafondlamp boven mijn bureau. Als ik voel dat het vastzit zet ik extra kracht. Onmiddellijk hoor ik in de fitting dat knerpende geluid als van sneeuw. Een minuscuul geloei dat ook iets zegt over mij, over hoe ik de zaken hier regel.     Ik sla de gang op de tweede verdieping in. De cellen zijn hier vlakbij. Naast het witte raam zit Im met zijn armen over elkaar op zijn stoel te dommelen. Als ik mijn wijsvinger onder z...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Matías Candeira
More in NL

Kalk

Kijk, het verkalken van zo’n douchekop, dat duurt dus best een tijdje. Nu ik hier met de douchekopslang om mijn nek half in de gang en half over de trap hang, denk ik: als mijn maten de badkamer hadden gezien, hadden ze het kunnen weten. Als ze allemaal één keer naar boven waren gegaan, zoals Emma die ene middag, dan hadden ze de douchekop bekeken, de kraan open en dicht gedraaid, naar de verkalkte glazen douchewand gekeken, mijn haastig afgeschoren stoppels in de wastafel zien liggen en geweten: die jongen ligt er helemaal af, we moeten hem redden. De badkamer was de doorslag geweest, maar ki...
Written in NL by Lisa Weeda

Geen ogenblik Portasar

Daar is Lucas zo snelvoetig dat hij rent en de nieuwe beelden nauwelijks de  gelegenheid krijgen om de oude tijdig te vervangen. De wind waait kalm en  efficiënt, heel weinig wrijving. De boomgaarden zijn omringd door bos en in het bos heeft Lucas, dankzij het ondernemen van een wandeling, een  kanjer van een linde gevonden, met wittige bladeren aan de achterzijde, met een zeer grote holte aan de voet. Daarin bevonden zich droog zand en  beddengoed waarop je kunt slapen wanneer het regent, en een jampot.  Daar ontbreekt het Lucas nooit aan nummers, zodat hij kan optellen, ver menigvuldigen en ...
Translated from RO to NL by Jan Willem Bos
Written in RO by Cătălin Pavel

Ook als je er maar één druppel van te zien krijgt

‘The white cracker who wrote the national anthem knew what he was doing. He set the word “free” to a note so high nobody can reach it. That was deliberate.’ Angels in America – Tony Kushner Mijn vader en ik waren op weg naar het vliegveld. Ik ging een maand naar Amerika en hij maakte er een halszaak van om me uit te zwaaien.  Ik ging naar Charleston, een stadje aan de kust van South Carolina. Mijn vader vroeg hoe het eruit zag en ik realiseerde me toen dat ik er geen plaatjes van had gegoogeld.  Ik wist alleen maar dat er een schietpartij had plaatsgevonden in een kelder van een witte kerk. ...
Written in NL by Rebekka de Wit

Een suizen

Tijdens het laatste gedeelte van de reis had hij door het smerige raam van de trein de randen van de hemel gezien. Hij kwam een stukje overeind om ook aan de andere kant van de coupé te kijken en kwam daardoor in de buurt van de slapende man wiens gezicht achter het gordijn verborgen ging en die zijn rechterhand ferm op een kleine reistas op de stoel naast hem hield. Ja, door het raam aan zijn kant was hetzelfde te zien. Een compacte, paarsblauwe strook in een vlak evenwijdig aan een uitgestrekt veld vol met uitgedroogde graspollen. En aan de rand daarvan een helder lichtblauw, als een verre z...
Translated from RO to NL by Charlotte van Rooden
Written in RO by Lavinia Braniște

Hoe we minder zullen worden

1. In hun woonkamer hangt, naast een kalender, de rekening van een restaurant waar ze hadden besloten bij elkaar te blijven en een paar foto’s, een lijst van alle dieren en planten die met uitsterven bedreigd worden. Respectievelijk 3.079 en 2.655. Zij had die lijst al sinds haar dertiende en had toen, bij gebrek aan stickers, pleisters geplakt bij de dieren die ze het liefste wilde zien.  Hij dacht dat het een herinnering was uit haar jeugd en had nooit stilgestaan bij de mogelijkheid dat ze met uitsterven bedreigde dieren en planten zouden gaan zoeken.  Als er een nieuw dier op het lijstje w...
Written in NL by Rebekka de Wit

Cathedra of hoe je slagroom maakt

Sommige mensen dromen niet wanneer ze vliegen. Ze zakken weg in hun kunstleren stoel, trekken de grijze fleecedeken tot vlak onder hun kin, zetten een koptelefoon op hun hoofd en laten het zachte gebrabbel van een film met Eddy Murphy hun oren binnenstromen. Ze slapen zelfs, maar niets in hen maakt beelden aan. Geen enkele gedroomde, wonderlijke ervaring weet hun hersenen (die gevangen in hun hoofden in het vliegtuig razendsnel vooruit bewegen) te vinden. Hun slaap is even plat en uitgestrekt als de bovenkant van de wolken. Anderen dromen in vliegtuigen juist heftig en veel. Ze woelen in hun ...
Written in NL by Joost Oomen