View all filters
Clear
Doodsmeisje
Thuis
Een wildvreemde stad
Alle dieren van het veld
Automobiel uit het oude Griekenland
De Dageraadlaan: het begin
Draden

schervenstad
Nadine en haar tweelingbroer Isaac zijn op hun veertiende door het stukgelopen huwelijk van hun ouders ook van elkaar gescheiden. Isaac vertrekt met hun Libanese vader naar diens geboorteland, terwijl Nadine met hun Nederlandse moeder achterblijft in Noord-Limburg. Als de wereld jaren later wordt opgeschrikt door een explosie in de haven van Beiroet, weet Nadine één ding zeker: ze moet erheen.
Barbaren in het Romeinse Rijk
ONZE VADER
Dagboek van een Portugese in Angola

En dan opnieuw, vanaf het begin
Eindelijk heb je een kamer voor jezelf
De verandering

Meine Mutter hat Blumen gezüchtet (De voorwaarden zijn niet belangrijk)
De brug

Ach, meiden (It’s Both Heaven and Hell Here. Moldova: a Century of Lived History)
Flitsen

De zon als hij valt
Pols, pols, oog, pols. Een jongen is een jongen en een meisje is een meisje en een jongen. Jij bent een jongen en je moet altijd naar mij toe komen. Elke nacht opnieuw moet jij over het water varen in een half leeggelopen rubberboot en ik moet elke ochtend een vuur ontsteken op het hoogste flatgebouw van mijn stad. Zodat jij iets hebt om op af te varen. Ik ben het meisje dat moet blijven zitten waar ze zit. En jij bent de jongen die de zee probeert leeg te drinken. Allemaal voor de pols, allemaal voor het oog. Soms zijn de dingen in een verhaal belangrijker dan de personages die ze beheersen. "De zon als hij valt" gaat over de reis die een jongen, een meisje, een oog en een pols afleggen om samen te zijn. Uitgangspunt voor deze novelle zijn twee historische objecten: het glazen oog dat overbleef na een drone-aanval op terrorist Mokhtar Belmokhtar en de pols van een vrachtwagenchauffeur die werd teruggevonden na een verder allesverwoestende explosie op camping Los Alfaques in Spanje.

Corridor (Peninsula)
‘Hij bracht zijn gezicht tot vlak bij het hare, sloot zijn ogen en voelde haar lippen meteen tegen de zijne duwen. Een oud lied weerklonk door de straten. Een tel lang hielden elektronen op met suizen, vergat het licht zijn schrikbarende snelheid. In een flits kan een wereld vernield worden. Misschien geldt het omgekeerde ook: een blik, enkele woorden kunnen jarenlang wachten, een lawine aan verdriet verzachten.’
Met elegantie en trefzekere taal schetst Lieven Stoefs in Peninsula een familieportret van vier generaties. Van een trillend been bij een allereerste ontmoeting op een autobus, naar een zoektocht die een halve eeuw later langs een Grieks schiereiland, voetbalvelden en fabrieken schuift. Op indrukwekkende wijze verschijnt een wereld waar liefde en wanhoop onafscheidelijk zijn.
‘Alleen de rimpelingen in het water zien we, nooit de inslag, de steen die het oppervlak raakt.’
Lieven Stoefs is ingenieur en schrijver. Hij groeide op in Griekenland. In zijn schrijven versmelt een wetenschappelijke blik met poëtische taal. Zijn kortverhalen verschenen onder meer in Kluger Hans en Op Ruwe Planken. Peninsula is zijn debuutroman.